Onderwerp

Van Wiechenonderzoek

Het Van Wiechenonderzoek is in Nederland de gouden standaard voor het monitoren van, en begeleiden van ouders bij, de ontwikkeling van het jonge kind (0–4 jaar).

Van Wiechenkenmerken

Afhankelijk van de leeftijd van het kind worden bepaalde Van Wiechenkenmerken afgenomen. Elk ontwikkelingskenmerk wordt in eerste instantie via eigen waarneming van de JGZ-professional onderzocht. Pas als dat niet lukt wordt op de heteroanamnese overgeschakeld. Bij sommige kenmerken (de M-kenmerken) kan het kenmerk gescoord worden als ‘M’ (M=afkorting van mededeling). Bij overige kenmerken blijft de score bij negatief resultaat ‘min’, echter kan een positieve heteroanamnese wel bij de opmerkingen genoteerd worden.

Om vertraging in de ontwikkeling te signaleren wordt aanbevolen op een bepaalde leeftijd die kenmerken te onderzoeken, waarvan bekend is dat 81 tot bijna 100% van de kinderen positief scoort. Het percentage kinderen dat positief scoort wordt de referentiewaarde genoemd. Bij de beschrijving van kenmerken staan de referentiewaarden, voor zover bekend, vermeld. Bij kenmerken met een groot sekseverschil staat het percentage voor jongens en meisjes afzonderlijk vermeld, zie toelichting Referentiewaarden van Wiechenonderzoek. Van een twintigtal kenmerken zijn geen recente referentiewaarden bekend, vandaar dat bij deze kenmerken de spreiding wordt vermeld. De spreiding geeft de hoogste en laagste uit de internationale literatuur bekende P90-leeftijd aan.

Het NCJ heeft een richtlijn Flexibilisering disciplines opgesteld, over de rol die elke discipline (jeugdarts, jeugdverpleegkundige, verpleegkundig specialist en doktersassistente) bij het Van Wiechenonderzoek kan spelen. Dit staat ook bij elk kenmerk vermeld.

Bij de beschrijving van de kenmerken regelmatig verwezen naar een hoofdstuk uit deel 1 van het ‘Handboek ‘Ontwikkelingsonderzoek in de jeugdgezondheidszorg’.
Elk kenmerk wordt verduidelijkt met een Van Wiechenfilmpje als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie voor professionals. “In gesprek met ouders” beschrijft wat je aan ouders kunt vertellen over het kenmerk. De Van Wiechenfilmpjes kunnen ouders, voorafgaand aan een afspraak bij de JGZ, bekijken om zo meer betrokken te zijn bij het ontwikkelingsonderzoek. Zie hiervoor het Implementatieplan Van Wiechenfilmpjes.

Het is ook mogelijk om de filmpjes per leeftijdsgroep te kijken

In gesprek met ouders

Voordat je kind een potlood kan vasthouden en leert schrijven, doorloopt het verschillende stappen. Het begint met goed dichtbij kunnen zien, en later lukt dat ook in de verte. Rond drie maanden leert je kind de eigen handen en voeten kennen en verbindt het zien, voelen en bewegen van het lichaam. Dit is belangrijk om het lichaam te kunnen sturen. Het grijpen begint per ongeluk en wordt later gerichter. Spel is essentieel voor verdere ontwikkeling en gebeurt vanuit nieuwsgierigheid naar de omgeving en mensen om zich heen. Een uitnodigende omgeving en aandacht zijn hierbij belangrijk.

Fijne motoriek, adaptatie, persoonlijkheid en sociaal gedrag
1. Ogen fixeren 15. Stapelt 3 blokjes
2. Volgt met ogen én hoofd 16. Doet anderen na
3. Handen af en toe openen 17. Stapelt 6 blokjes
4. Kijkt naar eigen handen 18. Plaatst ronde vorm in stoof
5. Speelt met handen middenvoor 19. Trekt kledingstuk uit
6. Pakt in rugligging voorwerp binnen bereik 20. Bouwt vrachtauto na
7. Pakt blokje over 21. Plaatst 3 vormen in stoof
8. Houdt blokje vast, pakt er nog een in andere hand 22. Tekent verticale lijn na
9. Speelt met beide voeten 23. Bouwt brug na
10. Pakt propje met duim en wijsvinger 24. Plaatst 4 vormen in stoof
11. Doet blokje in/uit doos 25. Trekt eigen kledingstuk aan
12. Speelt “geven en nemen” 26. Tekent cirkel na
13. Stapelt 2 blokjes 27. Houdt potlood met vingers vast
14. Gaat op onderzoek uit 28. Tekent kruis na

In gesprek met ouders

Communicatie betekent dat we elkaar begrijpen en met elkaar praten. Het is belangrijk dat in het gesprek beide kanten aan bod komen. Voordat je kind echt met jou kan praten, leert het op zijn eigen tempo om te praten. Goed horen is essentieel. Daarom is er in Nederland een gehoortest voor pasgeborenen. Zo weten we vanaf het begin of je kind goed genoeg hoort om te leren praten. Daarnaast moet je kind kunnen luisteren naar taal. Daarom is het belangrijk om met je kind te praten. Tijdens dit samenspel leert je kind de basisregels van taal, zoals om de beurt praten en reageren op elkaar. Als je met je kind praat, maak dan oogcontact. In het begin reageert je kind door te kijken, en later begint het te lachen. Dan maakt je kind geluiden, gevolgd door brabbelen dat steeds meer op echte taal begint te lijken. Rond één jaar maakt je kind geluiden die als woorden kunnen worden herkend, en later leert je kind echte woorden. De woordenschat groeit steeds meer. Rond 4 jaar vertelt je kind zelf spontane verhalen en stelt het vragen zoals “waarom…?”. Omdat je veel tijd met je kind doorbrengt, begrijp je elkaar het beste. Je kind wordt steeds beter in praten, waardoor anderen het ook beter zullen begrijpen.

Communicatie
29. Reageert op toespreken 41. Zegt “zinnen” van 2 woorden
30. Lacht terug 42. Wijst 6 lichaamsdelen aan bij pop
31. Maakt geluiden terug 43. Noemt zichzelf “mij” of “ik”
32. Maakt gevarieerde geluiden 44. Wijst 5 plaatjes aan in boek
33. Zegt “dada-baba of gaga” 45. Zegt “zinnen” van 3 of meer woorden
34. Brabbelt bij zijn spel 46. Is verstaanbaar voor bekenden
35. Reageert op mondeling verzoek 47. Praat spontaan over gebeurtenissen thuis/speelzaal
36. Maakt communicatieve gebaren 48. Stelt vragen naar “wie”, “wat”, “waar”, “hoe”
37. Zegt 2 “geluidswoorden” met begrip 49. Is goed verstaanbaar voor onderzoeker
38. Begrijpt enkele dagelijks gebruikte zinnen 50. Stelt vragen naar “hoeveel”, “wanneer”, “waarom”
39. Zegt 3 “woorden” met begrip 51. Begrijpt analogieën en tegenstellingen
40. Begrijpt fantasieopdrachtjes

In gesprek met ouders

Ieder kind ontwikkelt zich op een eigen manier. De stappen in de ontwikkeling van de grove motoriek zijn belangrijk om soepel te kunnen bewegen. Voor de grove motoriek is het belangrijk dat je kind genoeg ruimte heeft om vrij te bewegen. Kinderen willen graag ontdekken en dit helpt om zich te ontwikkelen. De eerste stap in de ontwikkeling van de grove motoriek is de hoofdbalans. Je kind leert vanzelf het hoofd op te tillen als het op de buik ligt. Laat je kind elke dag oefenen als het wakker is, dan lukt het steeds beter. Lees hier “Tips om de buikligging te oefenen“. De tweede stap is leren omrollen van je rug naar je buik. Hiervoor is het belangrijk dat je kind op een plat vlak ligt, waar het genoeg ruimte heeft om te bewegen. Als je kind op zijn rug ligt, ontdekt het ook zijn voeten. Zitten en kruipen leert je kind vanuit de buikligging. Dus zelfs als je kind al kan zitten, is het goed om te blijven oefenen met op de buik liggen. Sommige kinderen kruipen eerst achteruit, omdat hun armen dan nog sterker zijn dan hun benen.

Grove motoriek
52. Beweegt armen evenveel 64. Kruipt vooruit, buik op de grond
53. Beweegt benen evenveel 65. Trekt zich op tot staan
54. Blijft hangen bij optillen onder de oksels 66. Kruipt vooruit, buik vrij van de grond
55. Reacties bij optrekken tot zit 67. Loopt langs
56. Heft kin even van onderlaag 68. Loopt los / loopt goed los / loopt soepel
57. Heft buikligging hoofd tot 45° 69. Gooit bal zonder om te vallen
58. Kijkt rond met 90° geheven hoofd 70. Kan hurken en weer gaan staan zonder steun en zonder hulp van de armen
59. Benen gebogen of trappelen bij verticaal zwaaien 71. Schopt bal weg
60. Rolt zich om van rug naar buik en omgekeerd 72. Kan in zit soepel roteren
61. Kan hoofd goed ophouden in zit 73. Fietst (op driewieler)
62. Zit op billen met gestrekte benen 74. Springt met beide voeten tegelijk
63. Zit stabiel los 75. Kan minstens 5 seconden op één been staan

Meer weten?

Yvonne Vanneste

onderzoeker, adviseur

Lees meer over Yvonne Vanneste

"*" geeft vereiste velden aan

Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.