Wenda Berends (AJN) en Marja van Kuppevelt (V&VN) werken aan het actieplan ‘preventie en aanpak van kindermishandeling’ voor de jeugdgezondheidszorg (JGZ), samen met het NCJ, GGD GHOR Nederland, ActiZ jeugd en andere partijen. Zodoende spreken ze elkaar regelmatig. Onlangs spraken ze over wat hen persoonlijk bezighoudt rondom dit gevoelige onderwerp.
Persoonlijke ervaringen
Wenda: “Laatst realiseerde ik mij dat ik als professional ook gewoon een mens ben. Dat ik de ene keer in de bres spring voor een kwetsbaar kind in een onveilige situatie en dat ik mij de andere keer machteloos voel. Wat maakt nu dat ik ondanks mijn ervaring, de richtlijnen en de meldcode zo reageer?”
Marja: “Ik herinner me nog goed een huisbezoek bij een gezin met kleine kinderen, waar me meteen verschillende signalen opvielen: alle ramen in de woonkamer stonden open bij 12 C, er hingen zwaarden aan de muur, er liepen 2 grote enge honden, er lag een huilende baby op een smalle bank, vader gebruikte krachttermen, en beide ouders hadden een jeugd waarin geweld en psychische en fysieke afwezigheid van ouders centraal stonden. De ouders vertelden mij direct niets te willen weten van hulpverleners. Ze willen graag een goede ouder zijn en gaan liefdevol met de baby om, maar worden boos als de baby huilt. Als mens voelde ik mij geraakt door de kwetsbaarheid van beide ouders en hun wil om een goede ouder te willen zijn. Tegelijkertijd maakte ik me ook zorgen over de signalen die ik zag en hoorde.
Wat maakt ons handelingsverlegen?
Welke professional herkent deze dilemma’s niet? Wat maakt dat je wel of niet handelt? Twijfelen om te handelen, niet weten hoe te handelen of niet handelen in een bepaalde situatie, terwijl de situatie daar wel om vraagt dat noemen wij handelingsverlegenheid. We vonden hierover een werkbare omschrijving bij het arbeidsmarktfonds (FCB), werkgevers en werknemers in het sociaal werk, jeugdzorg en kinderopvang. In werkkaart 9 van het FCB wordt handelingsverlegenheid toegelicht: “Handelingsverlegenheid is vooral een reactie op angstgevoelens en kan verschillende oorzaken hebben:
- Onduidelijkheid over het probleem of de signalen: Heb ik de signalen goed gezien? Hoe interpreteer ik deze signalen?
- Gebrek aan kennis en ervaring: Heb ik voldoende kennis en ervaring om een goede inschatting te maken en daarmee het juiste gesprek aan te gaan?
- De situatie waarin handelen gevraagd wordt, is onveilig: Kan er sprake zijn van agressie? Steunt mijn organisatie me bij gemaakte keuzes ook als ik het niet juist gezien heb of er een klacht wordt ingediend? “
Naar handelingsbereidheid!
Wat hebben professionals uit de JGZ, nodig om deze oorzaken van verlegenheid om te zetten in handelen? Dat is de bereidheid om je gevoelens te erkennen naast de objectieve feiten en te reflecteren op je eigen kwetsbaarheid/valkuilen! Dat is delen met je collega’s, de aandachtsfunctionaris kindermishandeling van je organisatie! En gezamenlijk in beeld te brengen wat nodig is om deze ‘angstgevoelens’ weg te nemen.
Hoe mooi zou het zijn als we handelingsverlegenheid kunnen ombuigen in handelingsbereidheid en daarbinnen maximaal gebruik maken van beschikbare bronnen, onze kennis en vaardigheden.
Bron:
- Werkkaart 9 Thema: Handelingsverlegenheid uit lesmateriaal rond het thema seksualiteit en voorkomen seksueel misbruik van FCB (het arbeidsmarktfonds voor de branches Sociaal Werk, Jeugdzorg en Kinderopvang). https://www.fcb.nl/sites/default/files/content/werkkaart_9_thema_handelingsverlegenheid.pdf