Ongeveer 1 op de 13 kinderen groeit op in armoede. Oftewel bijna driehonderdduizend kinderen die dag in en dag uit meemaken wat armoede met hun gezin doet. Ze voelen zich niet gezien, doen niet mee, ervaren stress en hebben geen uitzicht op perspectief. Dit brengt ouders een grote mate van machteloosheid. Het bezorgt het gevoel dat je je kind niet het broodnodige kan geven. Zelf was ik ooit ook één van die kinderen en groeide op in armoede.
De Alliantie Kinderarmoede is daar een mooi voorbeeld van. Het is oprecht geweldig en hartverwarmend om te zien dat zoveel partijen in actie komen en verantwoordelijkheid nemen om armoede in Nederland aan te pakken. Daar mag ik mijn steentje aan bijdragen. En sinds kort mag ik dat ook doen vanuit mijn rol bij het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid.
Van statistieken naar gezinnen met een gezicht
Kinderen worden volwassen en dan tellen zij niet meer mee in deze overweldigende cijfers. Dit betekent dat kinderen uit de statistieken verdwijnen en er weer nieuwe kinderen bijkomen. Ze gaan mee in de tellingen omdat zij in arme gezinnen worden geboren. Niet omdat ze zelf arm zijn. We weten inmiddels dat het wel degelijk uitmaakt in welke wieg je wordt geboren en dat gelijke kansen een utopie lijken. Wat ik bedoel te zeggen is dat we heel veel ervaringsdeskundigen hebben, de aantallen zijn heel groot, maar voor velen van ons hebben zij geen gezicht. Wie zijn deze kinderen en wie zijn deze gezinnen? Hoe verloopt hun verdere leven als zij volwassen zijn? Gelukkig zijn er organisaties als Sterk uit Armoede die met ervaringsdeskundigen hun verhalen met ons delen.
Perspectief op armoede
Gelukkig is er dus veel aandacht en veel nieuwe aanpakken op dit thema. Daar ben ik blij mee, maar toch heb ik hier en daar nog wel een hartenkreet. Iets wat me de afgelopen tijd echt bezighoudt en opvalt is dat we veelal stil staan bij wat er allemaal niet goed gaat. Dat is wat we zien, horen en brengen. We horen wat we moeten oplossen. Begrijp me niet verkeerd, dat is echt belangrijk. Armoede is een veelkoppig monster en moeten we bekijken vanuit verschillende perspectieven. Te starten met dat kinderen niet arm zijn. Hun ouders zijn arm en daarmee groeien de kinderen op in armoede.
Uit ervaring weet ik dat we situaties benaderen vanuit wat er niet is en dat willen compenseren. Toch zijn er doorgaans vele andere elementen waar je op kan investeren in zo’n gezin. Ik doel hier op zaken die snel perspectief geven, dicht op de belevingswereld van het gezin staan en daarom makkelijk realiseerbaar zijn.
Het is cruciaal om gezinssituaties goed te begrijpen. Start de dialoog, bereid je voor, neem hen serieus en ontdek. Ervaar hoe de ouders in het leven staan en hoe hun netwerk eruit ziet. Arrangeer een gelijkwaardig gesprek waarin je je verplaatst. Wees nieuwsgierig naar hen, vraag wat en wie zij nodig hebben om deze situatie te ontstijgen.
De inzichten van ouders, kinderen en jongeren, gecombineerd met inzichten en cijfers uit onderzoek, zijn in mijn beleving de sleutel naar meer bestaanszekerheid voor gezinnen. En ook leren we daarmee hoe we zaken kunnen voorkomen. Want dat is de enige duurzame weg om armoede uit te bannen: preventie.
Armoede brengt ook ervaring en waardevolle lessen
Het is echt niet zo dat alle kinderen die opgroeien in armoede als volwassenen en masse in GGZ instellingen terechtkomen, compleet ontsporen en dat er niets van hen terecht komt. Het is ook zeker niet zo dat zij allen in armoede blijven. Er is ook een andere kant… Als ik voor mijzelf spreek, maakte armoede mij weerbaar, werklustig, dienstbaar, strijdbaar en verbindend. Ik gun het niemand, maar het bracht me wel waardevolle levenslessen.
Ontstijgen van armoede komt met verantwoordelijkheid
De belangrijkste les is misschien nog wel dat mijn jeugd en mijn pad mij leerden om vriendschappen te waarderen. Mensen die in mijn leven een belangrijke rol spelen echt te zien zoals ze zijn. Hen te waarderen om wie ze zijn. Het eeuwenoude spreekwoord ‘wie goed doet goed ontmoet’ is daarin een waarheid als een koe. Dat leg ik graag nader uit:
In mijn jeugd kwam een uitgestoken hand soms uit onverwachte hoek. Door mijn situatie thuis gingen we praktisch niet naar de tandarts. Ik had dan ook een bijzonder slecht gebit. Dit werd opgemerkt door de ouders van een vriendin. Zij brachten mij in contact met een bevriende tandarts. Met hem kon in een betalingsregeling treffen. En omdat ik in die tijd iedere dag na schooltijd werkte, kon ik iets aan mijn gebit doen. Zij deelden hun netwerk en ik hield mijn waardigheid. Achteraf kom je erachter dat ik bij lange na niet de volle pond heb betaald voor die tandarts. Maar dat weet je dan niet :-). Voor hen een kleine moeite, voor mij grootse impact.
Ook bij de start van mijn studie kwam er hulp. Zo had ik destijds een bijbaantje en werd ik door mijn toenmalige werkgever (en inmiddels goede vriend) geholpen om de boeken en alle kosten die komen kijken bij de start van een studie voor te schieten. Dit ging ook gepaard met een loonsverhoging. Ik betaalde het maandelijks terug, mét behoud van mijn eigenwaarde. En in ruil daarvoor bleef ik nog lang in Apeldoorn bij hem werken terwijl ik in Leiden studeerde.
Zo terugkijkend realiseer ik me dat zij naar mij omzagen in gelijkwaardigheid en hun daden wederkerig zijn op een fijne manier. Ze zagen mij om wie ik ben. Ik gaf om hen en zij om mij. Door de jaren heen ontmoette ik vele engelen op mijn pad. Grootse daden van fijne vrienden. Mensen die ik nog altijd koester en immer op mij kunnen rekenen. Conclusie voor mij: wat je geeft is wat je krijgt.
Deze constatering zadelt mij dan ook op met een schuld die ik met veel genoegen zal inlossen. Namelijk de opdracht om ook mijn steentje bij te dragen en verantwoordelijkheid te nemen en kinderen te zien die opgroeien in armoede.
De weg van dubbeltje naar kwartje
De ervaring leert dat kinderen in armoede misschien wel 10 keer zo hard moeten werken om iets te bereiken. Is dat eerlijk? Misschien niet, maar het is nog wel de realiteit. Velen onder ons hebben zo’n pad afgelegd.
De afgelopen jaren heb ik vele inspirerende mensen mogen ontmoeten, die ondanks en misschien soms wel dankzij, hun verleden ongelofelijk veel bereikt hebben en mooie mensen zijn. Mensen waarvan mijn oma zou zeggen: ze zijn van een dubbeltje een kwartje geworden.
Nieuwsgierig en veel vragen
Dit gezegd hebbende kom ik tot hét punt dat mij nu ongelofelijk bezig houdt. Ik ben zo ongelofelijk nieuwsgierig wat we kunnen leren van hun levenspad. Wat zijn hun verhalen?
Welke afslagen namen ze op moeilijke momenten? Welke engelen, gidsen en rolmodellen ontmoetten zij op hun pad? Wat bracht hen de energie om strijdbaar te blijven? Wat zegt dit over henzelf en wat zegt dit mogelijk over die ander? Was het dom geluk, of zijn het andere factoren? Wat vraagt het van hen en van onze samenleving? Kortom waar zijn deze verhalen en hoe verleiden we hen om deze verhalen met ons te delen? Een goudmijn aan ervaring en lessen. Lessen waarmee we het verschil kunnen maken, dingen kunnen veranderen en de negatieve effecten van armoede kunnen voorkomen.
Land van Kwartjes
Persoonlijk snak ik dan ook naar heel veel meer succesverhalen. Ook in onze communicatie over armoede. Voor mij voelt dit als een weg en een aanpak waar we meer op zouden moeten focussen. Zoals ik eerder al aangaf, is preventie in mijn beleving ook energie steken en inzetten op geleerde lessen die ons vertellen waar het goed gaat en hoe het goed komt. Waarbij je ook de valkuilen benoemt. Een aanpak waarmee we perspectief bieden. En ook kijken naar mogelijkheden om te zorgen dat kinderen in kansrijke gezinnen kunnen opgroeien.
Heel stiekem droom ik dan ook van een heuse vereniging van Kwartjes. Een club die ons voorziet van tips en tricks. Een club van mensen zoals jij en ik. Een club mensen die ons inspireert en beweegt een engel, gids of rolmodel te zijn. Kortom join the club! En help ons samen te bewegen naar een land van kwartjes.