Het waren bovenstaande woorden van Igor Ivakic, directeur van het NCJ, die me inspireerden om de overstap te maken van mijn huidige werkgever, GGD Zeeland, naar het landelijke NCJ. Woorden waar de uitnodiging bij zat om te verbinden wat we wel weten. Om samen op pad te gaan.
Bij mijn huidige werkgever, GGD Zeeland, heb ik ontzettend veel geleerd, veel ruimte gekregen en veel bereikt samen met veel fantastische collega’s. Dit maakt dat ik een schat aan zowel praktijk- als onderzoekservaring mag meenemen op dit nieuwe pad.
Mijn eerste ervaring binnen de jeugdgezondheidszorg heb ik opgedaan als allround wijkverpleegkundige. Je moest hierin van vele markten thuis zijn: ’s ochtends op ronde voor verpleegkundige zorg en de middagen: intakes, rouwbezoeken, overleg, hielprikken, JGZ huisbezoeken, massavaccinaties en het consultatiebureau. Maar het meest genoot ik van het bij de mensen thuis komen en je steeds weer aanpassen aan hun omgeving, hun situatie, waarin ik als verpleegkundige te gast was.
Echter als ik eraan terugdenk, denk ik ook aan hoeveel je niet wist. En daar begon het te wringen. Want hadden mensen, en zeker kinderen, niet recht op de allerbeste zorg? Naast verbeterkansen zag ik ook het verschil dat je kan maken. De wijkverpleegkundige die ver voor mijn tijd met haar solex op huisbezoek ging, heeft een enorm verschil gemaakt in de zuigelingensterfte door het overbrengen van de kennis en boodschap van rust, reinheid en regelmaat. Weer gaan studeren was voor mij de manier om hiermee om te gaan waarbij de keuze viel op de studie Verplegingswetenschap. Een aanrader.
Wat opvalt is dat mijn eerste onderzoekservaring ook is verbonden aan een uitnodiging om meer te weten. De concrete aanleiding was een artikel in het Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg van Burgmeijer en Rijcken. Zij stelden na bestudering van de literatuur vast dat na bijna 100 jaar huisbezoeken in de jeugdgezondheidzorg de vraag of zo’n huisbezoek ritueel of rationeel was nog steeds niet beantwoord kon worden.
Dat dit zou uitmonden in een prachtig en veelomvattend promotietraject had ik op dat moment nog niet kunnen bedenken. Neemt niet weg dat ik maar wat trots ben dat het proefschrift meer is geworden dan een boekje in de boekenkast. Met als opbrengst niet alleen de aangetoonde waarde van het huisbezoek door de jeugdverpleegkundige in vergelijking met een bezoek aan het consultatiebureau, maar ook de ontwikkeling en validering van de SPARK-methode en de start van de onderzoekslijn ‘een optimale start voor een leven lang meedoen: werken aan een evidence based jeugdgezondheidszorg’. In deze onderzoekslijn kregen vervolgtrajecten een plaats zoals onderzoek naar de preSPARK en het prenatale huisbezoek, de waarde van e-consulten, een Balansmeter voor ouders en een nog af te ronden kosteneffectiviteit-studie van de SPARK.
Mijn manier, mijn drive, is steeds het koppelen van werkwijzen, kwaliteitsverbeteringen en innovaties in de praktijk aan wetenschappelijke onderbouwing. Hoe weet je anders dat de werkwijze werkt en een verandering een verbetering is? Hiervan heb ik geleerd dat dit twee kanten op werkt. De praktijk komt verder met kennis vanuit de wetenschap en de wetenschap komt verder met kennis en ervaring uit de praktijk.
Waarom vind ik de verbinding tussen wetenschap en praktijk zo belangrijk? Ten eerste omdat inzicht de eerste stap is. Immers zonder inzicht ontbreekt richting. Ten tweede: Kinderen zijn ieders toekomst. Of zoals mijn toekomstige collega’s van het NCJ verwoorden: zorg redt levens, preventie generaties! Dit schept verplichtingen en vraagt in ieder geval om verschillen in uitkomsten door ons toe doen te voorkomen. Baadt het niet, schaadt het niet is namelijk niet waar! Ten derde: Hiervoor is een goed gevulde gereedschapskist nodig met kwalitatief gereedschap waarvan iedere professional weet wanneer en hoe welk gereedschap passend is, welke impact het heeft en wanneer en waarom niet. Maar ook een gereedschapskist waarin tools en materialen zitten die ruim beschikbaar zijn voor ouders, kinderen en jongeren. En tot slot: voorkomen is beter dan genezen en iets afleren is moeilijker dan iets aanleren. Wat als de volgende generatie niets meer zou moeten afleren?
Kortom: preventie is een vak! Gezonde generaties ons doel! Ik draag daar graag aan bij. Jij ook?