Ik zeg vaak gekscherend dat ik twee kinderen heb: Stevig Ouderschap, mijn eerstgeborene, waarvan de conceptie 20 jaar geleden plaatsvond en mijn fantastische dochter die ruim negen jaar geleden ter wereld kwam. Ik grap ook wel eens dat ik bewust ergens ben gaan wonen waar Stevig Ouderschap (SO) werd uitgevoerd voordat ik zwanger raakte. Wie wil er nou niet de interventie waarop ze gepromoveerd is zelf ervaren? Ok, in mijn geval misschien een beetje een gekke vraag, gezien de doelgroep van SO.
Maar ik wist heel goed dat ik in aanmerking kwam voor de huisbezoeken.
Toen tijdens ons geboorte-huisbezoek de jeugdverpleegkundige met enige aarzeling begon over een vragenlijst keek ik mijn man grijnzend aan en liet haar eerst even rustig uitpraten voordat ik vertelde dat ik heel goed wist welke vragenlijst dat was. Natuurlijk was ik stiekem best benieuwd hoe ze ‘mijn’ interventie zou inkleden. Ook toen de SO-verpleegkundige belde voor de eerste afspraak, nadat ik mijn eigen vragenlijst naar waarheid had ingevuld, vertelde ik haar eerlijk dat SO óók mijn kindje was. Ik hoorde haar even slikken aan de andere kant van de lijn. Zodoende was het eerste SO-huisbezoek voor ons allebei spannend maar de klik was er niettemin.
Elke aanstaande ouder staat er bij stil: hoe ben ik zelf opgevoed en wat daarvan wil ik wél of juist helemaal niet aan mijn kind-in-aantocht doorgeven? Voor ouders die terugkijken op een jeugd vol krassen en deuken is dat geen eenvoudige afweging. Waar die ‘krassen en deuken’ ook uit bestonden, het etiket ‘kindermishandeling’ op je eigen jeugd plakken is nooit makkelijk. Toch, op een vreemde manier, is het troostrijk om te bedenken dat één op de vijf ouders terugkijkt op een jeugd waar dat etiket volgens de definities op past*. We zijn beslist niet alleen, al voelt dat voor velen in zekere mate wél zo.
In dat nieuwe mensje dat je op de wereld zet herken je allerlei dingen. Van jezelf, je partner, je familie. Dit is voor velen een feestje, maar voor een aantal ouders daarnaast ook een confrontatie. Soms, ook in mijn geval, moet je eerst ouder worden voordat je je echt ten volle realiseert hoe je dus níet met je kind om zou moeten gaan. Moeder worden bracht voor mij ook met zich mee dat ik voor het eerst op kon komen voor het kind dat ik zelf geweest was en mijn grenzen stelde. Met als consequentie een totale breuk met mijn eigen ouders. Niettemin waren de herinneringen aan mijn eigen jeugd door de bril van kersvers ouderschap confronterend. Beelden van vergelijkbare momenten uit mijn verleden werden getriggerd door het heden en ontrolden zich als een film in mijn hoofd. Niet zelden volgde op die film een mentale dialoog met mijn ouders waarin de vraag ‘hoe kon je?’ gesteld werd. Natuurlijk probeerde ik mijn dochter niets te laten merken van deze simultane processen in mijn hoofd. Dat het enorm veel energie kost om een betrokken en warme moeder te zijn terwijl je hart alle fasen van rouw doorloopt om wat je zelf als kind tekort gekomen bent heb
ik me later pas gerealiseerd. Ik dacht dat het normaal was om elke avond uitgeput te zijn.
Mijn SO-verpleegkundige was er op de afgesproken momenten. Ze luisterde naar wat ik vertelde en ik voelde me gezien dankzij haar heldere constateringen en eerlijke vragen. Daarmee hielp ze me om dingen onder ogen te zien die ik tot dan toe uit de weg gegaan was. Ook bevestigde ze me in mijn ouderschap en in de keuzes die ik voor onze dochter maakte. Waardoor mijn zelfvertrouwen groeide dat ik ondanks alles wat mijn ouders in mijn rugzakhadden gestopt, toch in staat was om een goede moeder te zijn. Marc Cohn bezingt dit in The things we’ve handed down:
… one day you may look at us and say that you were cursed
But over time that line has been extremely well rehearsed
By our fathers, and their fathers in some old and distant town
From places no one here remembers come the things we’ve handed down
Het was mede dankzij mijn SO-verpleegkundige dat ik uiteindelijk, in vervolg op Stevig Ouderschap, met hulp van een andere coach in staat was om de inhoud van mijn rugzak door te spitten. Daar zaten een paar flink zware stenen in. Stenen die mijnouders weer van hun ouders te dragen hadden gekregen. Een aantal van die stenen heb ik in een bocht van mijn levenspad achtergelaten. Ik kies ervoor om ze niet verder te dragen en dat lucht op al is het soms ook moeilijk afscheid nemen.
Als er iets is dat professionals kunnen doen voor ouders met een belast verleden dan is het hen helpen kijken naar de inhoud van hun rugzak en misschien een steentje bijdragen aan de constatering dat sommige dingen in die rugzak lang genoeg van generatie op generatie zijn doorgegeven en dat het (met compassie voor de eerdere generaties) oké is om ze niet meer verder te dragen.
* Zie TNO Rapport KvL/GB 2010.073 A first hypothetical estimate of the Dutch burden of disease in relation to negative experiences during childhood door RM Kuiper, E Dusseldorp en AGC Vogels in opdracht van Augeo.