Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.
Dit gaat over balans, coördinatie en spierkracht. Naarmate je kind ouder wordt, worden de bewegingen ingewikkelder. Om in balans te blijven, moet je hele lichaam samenwerken en dit vereist ook spierkracht. Dit zijn basisvaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen bewegen, daarom oefenen we zowel rechts als links, en het is oké als je kind wiebelt.
Je kind heeft veel oefening en afwisseling nodig om te kunnen leren. Met oefenen wordt je kind sterker en beweegt het soepeler. Het wordt minder wiebelig en kan langer op één been staan. Ook leert je kind zijn lichaam steeds beter te begrijpen, wat het zelfvertrouwen vergroot. Veel buiten spelen met verschillende activiteiten helpt hierbij. Activiteiten zoals klimmen, klauteren, traplopen en fietsen zijn goede manieren om spierkracht te oefenen.
Instructies voor professionals | |
Achtergronden | |
Ontwikkelingsveld | Grove motoriek. |
Neurologisch aspect | Deze opdracht vereist beheersing van het evenwicht, voldoende spierkracht, coördinatie van bewegingen. De enkels mogen niet te veel zwikken. |
Onderzoekleeftijd | |
Aanbevolen leeftijd | 54 maanden (4,5 jaar). |
Spreiding1 | >40 - 72,5 maanden2 |
1De spreiding zoals hier weergegeven geeft de hoogst en laagst gevonden P90-leeftijd aan. P90 is de leeftijd waarop 90% van de kinderen positief scoort. In de internationale literatuur worden hiervoor verschillende leeftijden gevonden. 2Voor dit kenmerk zijn voor verschillende leeftijden nog geen referentiewaarden beschikbaar. |
|
Onderzoekmethode | |
Uitgangspositie kind | Het kind staat vrij in de kamer, dus zonder steun te nemen met de armen, heupen, rug of buik. |
Uitvoering onderzoek | De onderzoeker zegt: “Ga eens op één been staan en probeer dat een aantal tellen vol te houden”. Dit mag voorgedaan worden. Het kind moet 5 seconden zowel op de rechter als op de linker voet staan en mag telkens 2 pogingen doen. De onderzoeker mag hardop tellen eenentwintig, tweeëntwintig etc. |
Observatie | De onderzoeker observeert of het kind zowel links als rechts met één been op de grond kan staan. Let daarbij op de stand van de knieën, voeten en enkels en het voorkomen van opvallend veel herstelbewegingen. Het kind mag bij het op 1 been staan ook geen steun zoeken bij het staande been
Kinderen met een (lichte vorm van) spasticiteit lukt het soms wel om op één been te staan. Zij belasten vooral (van het aangedane been) de voorvoet; de hiel wordt veelal niet belast, met name als de test langer duurt komt de hiel vrij van de grond; ook lukt het spastische kinderen zelden om het staan op één been 5 seconden vol te houden. |
Beoordeling | |
Positief | Het kind kan, zonder zijn evenwicht te verliezen, 5 seconden op één been staan, zowel links als rechts. Hij mag zich hierbij niet vasthouden, maar hij mag wel herstelbewegingen maken met de armen en romp ter correctie van het evenwicht. |
Negatief |
|
Registratie | + Bij positieve respons. - Bij negatieve respons. Rechts en links apart scoren. |
Onder ‘opmerkingen’ noteren als er sprake is van overstrekken van (één van) de knie(ën) en instabiliteit of doorzakken van de enkels. Overstrekken van de knie en doorzakken van de enkel worden vaak veroorzaakt door overbeweeglijkheid van de gewrichten. | |
Discipline | Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren. |
Informatie over overleg / consultatie | Indien de DA of de JV het kenmerk uitvoert volgt bij een negatieve score altijd overleg met VS/JA |
Advies | Adviseer ouders om de grof-motorische ontwikkeling te stimuleren en ga daarbij in op het stimuleren van de balans. |
Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.