Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.
Je kind gaat leren hoe je kunt tekenen en schrijven. Van krassen met een potlood in de vuist tot het vasthouden van een pen, waarbij het potlood wordt vastgehouden bij de punt met de duim, wijs- en middelvinger. Het aansturen gaat met oefening steeds soepeler. De eerste stap is het natekenen van een lijn. Als je kind dit kan betekent dat dat je kind een vorm kan herkennen en voldoende coördinatie en controle heeft om de eigen lijn naast de andere lijn te zetten. Ook kan en wil je kind meedoen en een taak uitvoeren. De vormen die je kind kan herkennen en natekenen worden steeds moeilijker.
Instructies voor professionals | |
Achtergronden | |
Ontwikkelingsveld | Fijne motoriek, adaptatie, persoonlijkheid en sociaal gedrag. |
Neurologisch aspect | Coördinatie van schouder, arm, hand en vingerbewegingen en oog-handcoördinatie. |
Psychologisch aspect | Om deze opdracht te kunnen uitvoeren, moet het kind kunnen begrijpen wat er van hem wordt gevraagd, vormen kunnen herkennen en een potlood kunnen hanteren. Bovendien moet het kind coöperatief en taakgericht zijn. |
Onderzoekleeftijd | Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
35 maanden | Jongens: 87,3 % Meisjes: 97,5 % Gem. 92,1 % |
36 maanden | Gem. 92,9 % |
37 maanden | Jongens: 90,7 % Meisjes: 96,9 % |
Onderzoekmethode | |
Uitgangspositie kind | Het kind zit dichtbij en recht voor de tafel, al dan niet bij de ouder op schoot, zodanig dat het de voorwerpen op tafel gemakkelijk kan hanteren. De tafel moet zodanig opgeruimd zijn dat het kind niet wordt afgeleid. |
Uitvoering onderzoek | De onderzoeker legt een vel blanco papier op tafel voor het kind neer. Hij trekt op het papier een verticale lijn van 15 - 20 cm naar het kind toe, legt het potlood in het midden voor het kind neer en zegt: “Teken jij nu eens net zo’n lijn”. Als dit niet lukt, mag de instructie met voorbeeld één keer worden herhaald. De onderzoeker mag zo nodig het vel papier met de hand immobiliseren. |
Observatie | De onderzoeker observeert of het kind een verticale lijn natekent. |
Beoordeling | |
Positief | Het kind tekent een lijn van minstens 5 cm, die van hem uit gezien verticaal is en niet meer dan 30 graden afwijkt van de voorgetekende lijn. De wijze van hanteren van het potlood speelt geen rol bij de beoordeling. |
Negatief |
|
Registratie | + Bij positieve respons. – Bij negatieve respons.Het resultaat is mede afhankelijk van de ervaring die het kind met tekenmateriaal heeft. Als die ontbreekt, moet dit onder ‘opmerkingen’ worden vermeld. |
Discipline | Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren. |
Informatie over overleg / consultatie | Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden. Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden. Bij alarmsymptoom op zeer korte termijn consultatie van de VS/JA. |
Advies | Adviseer ouders over het spelen met hun kind en daarbij het tekenen en kleuren te stimuleren. |
Alarmsymptoom | Trillerige motoriek na de leeftijd van één jaar, blijft het kind ‘hangen’ in het tekenen (tekent het achter elkaar lijnen zonder ophouden, zonder een duidelijk doel) én zijn er meer aanwijzingen dat het kind zijn eigen koers vaart. |
Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.