Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.
Om te kunnen fietsen moet je kind sterk genoeg zijn om met trappen zichzelf in beweging te krijgen. Ook zijn tijdens het fietsen de armen en benen bezig met allerlei ingewikkelde bewegingen, zoals trappen, sturen en remmen. Dit vereist goede samenwerking van het lichaam en nauwkeurige controle. En dan moet je kind ook nog in balans blijven. Op deze leeftijd kan je kind leren fietsen op een driewieler of een fiets met zijwieltjes. Om te leren fietsen is oefening nodig. Het is normaal dat er wat vallen en opstaan bij komt kijken. Je kind heeft jouw vertrouwen en aanmoediging nodig om het te proberen. Een loopfiets kan een goede eerste stap zijn om het evenwicht te oefenen voordat je de overstap maakt naar een gewone fiets of driewieler, waarvoor meer kracht en balans nodig is.
Instructies voor professionals | |
Achtergronden | |
Ontwikkelingsveld | Grove motoriek en adaptatie. |
Neurologisch aspect | De coördinatie van het bewegen en de beheersing van het evenwicht zijn zo ver ontwikkeld dat het kind in staat is om gelijktijdig meerdere complexe bewegingen uit te voeren: rondtrappen van de trappers en sturen met de armen. Deze vaardigheid vereist ook voldoende spierkracht. |
Psychologisch aspect | Fietsen is een bezigheid die een kind de gelegenheid geeft om samen met andere kinderen op stap te kunnen gaan. Het is een ontwikkeling die belangrijk is voor de sociale redzaamheid. Kinderen die thuis of elders nooit in de gelegenheid zijn geweest dit bewegingspatroon te oefenen zullen dit kenmerk niet of later positief scoren dan kinderen die wel over dergelijk speelgoed beschikken. |
Onderzoekleeftijd | Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
35 maanden | 81,6 % |
36 maanden | Jongens: 83,0 % Meisjes: 88,6 % Gem: 85,8 % |
37 maanden | 86,4 % |
38 maanden | 90,2 % |
39 maanden | Jongens: 87,1 % Meisjes: 94,2 % |
45 maanden | 96,8 % |
Onderzoekmethode | |
Uitgangspositie kind | Het kind zit op een speelgoedvoertuig, dat voortbewogen wordt door het ronddraaien van trappers (trapauto, driewieler, tractor). Het voertuig mag niet te groot zijn voor het kind: zittend op het voertuig moet het kind de voeten op de grond kunnen zetten. |
Uitvoering onderzoek | De onderzoeker vraagt het kind om te gaan fietsen als het dat niet reeds spontaan doet. In de praktijk zal dit kenmerk vaak nagevraagd moeten worden bij de ouder. Let op dat de lengte van het kind van invloed kan zijn om het kenmerk goed te kunnen uitvoeren. Zittend op het fietsje moeten de voeten op de grond gezet kunnen worden. |
Observatie | De onderzoeker observeert of het kind in staat is zich op het speelgoedvoertuig door middel van het ronddraaien van de trappers voort te bewegen. |
Anamnese | Als het gewenste gedrag niet kan worden geobserveerd, dan vraagt de onderzoeker aan de ouder: “Heeft … thuis (of op de peuterspeelzaal )een fietsje, een tractor of iets dergelijks?” en zo ja: “Kan hij daar zelf op rijden door middel van het rondtrappen van de pedalen?” |
Beoordeling | |
Positief | Het kind verplaatst zich met een voertuig door middel van het rondtrappen van de pedalen. Fietsen op een fiets met zijwieltjes is ook positief. |
Negatief |
Een negatieve respons kan het gevolg zijn van onvoldoende coördinatie, onvoldoende beheersing van het evenwicht of onvoldoende spierkracht. |
Registratie | + Bij geobserveerde positieve respons. M Bij anamnestisch positieve respons. - Bij negatieve respons.Bij opmerkingen: of het kind wel of geen gelegenheid heeft gehad ervaring op te doen met fietsen (thuis, op PSZ/KDV, etc.) |
Discipline | Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren. |
Informatie over overleg / consultatie | Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden. Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden. |
Advies | Adviseer ouders om de grof-motorische ontwikkeling te stimuleren en ga daarbij in op het stimuleren van fietsbeweging (op bijvoorbeeld driewieler, fiets met zijwielen, skelter). |
Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.