Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.
Dit is niet hetzelfde als de reflex om te grijpen. Je kind leert nu bewust te grijpen naarmate het zicht en het kunnen bewegen zich verder ontwikkelen. Eerst zul je merken dat je kind naar een voorwerp kijkt. Na het vastpakken, brengt je kind het voorwerp vaak naar voren. Op de leeftijd van vijf maanden lukt het meestal nog niet helemaal perfect. Het hoeft ook niet meteen soepel te gaan. De beweging wordt steeds beter. Hierna zal je kind ook leren om iets van de ene hand naar de andere over te pakken. Speel eens met je kind dat je nét rechts of links van het midden iets aanbiedt.
Instructies voor professionals | |
Achtergronden | |
Ontwikkelingsveld | Fijne en grove motoriek en adaptatie. |
Neurologisch aspect | Bewust grijpen vereist coördinatie tussen het visuele systeem, motoriek, tastzin en propriocepsis. Het grijpen van een voorwerp binnen bereik gebeurt op deze leeftijd nog met de volle hand (ulnairpalmair grijpen), waarbij de duim in het vlak van de hand blijft. Het reiken naar het voorwerp mag nog wat onzeker, ongericht verlopen. Er is nog geen lateralisatie (voorkeur voor rechts of links); deze begint zich pas vanaf 24 maanden te ontwikkelen. |
Psychologisch aspect | Oog/handcoördinatie speelt een belangrijke rol bij het ontdekken van de wereld, het exploratie gedrag. |
Onderzoekleeftijd | Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
21-22 weken | Rechts: 95,0 % Links: 95,1 % |
23-24 weken | Rechts: 96,2 % Links: 95,6 % |
25-26 weken | Rechts: 96,6 % Links: 96,3 % |
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc. | |
Onderzoekmethode | |
Uitgangspositie kind | Het kind ligt op zijn rug op de onderzoektafel met zijn hoofd in middenstand. Vanaf de leeftijd van drie maanden moet het kind deze houding spontaan kunnen aannemen (zie ook kenmerken 52 en 53). |
Uitvoering onderzoek | Als het kind het hoofd niet spontaan in de middenstand brengt, doet de onderzoeker dit. De onderzoeker laat boven het kind een voorwerp binnen handbereik bengelen, zodat het er met licht geflecteerde armen bij kan (b.v. bijtring, stethoscoop). Beide handen worden afzonderlijk onderzocht. Dit wordt vergemakkelijkt door het voorwerp niet in de middellijn van het kind aan te bieden, maar achtereenvolgens links en rechts van het midden.
Waarschuwing: op deze leeftijd brengen kinderen aldus vastgepakte voorwerpen meestal onmiddellijk naar de mond. |
Observatie | De onderzoeker observeert of en, zo ja, hoe het kind naar het voorwerp reikt en het vastpakt, zowel links als rechts. |
Beoordeling | |
Positief | Het kind pakt het voorwerp, zowel met de rechter als met de linkerhand. De kwaliteit van het reiken mag nog wat onzeker en ongericht zijn. De manier van grijpen: het kind pakt met de hele hand (ulnairpalmair grijpen). De duim beweegt zich in het vlak van de hand. Er is geen voorkeur voor één hand. |
Negatief | Het kind pakt niet. |
Registratie | + Bij positieve respons – Bij negatieve respons Links en rechts apart noteren. |
Disciplines | Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren. |
Informatie over overleg / consultatie | Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden. Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden. Bij alarmsymptoom op korte termijn consultatie van de VS/JA. |
Advies | Adviseer ouders over het spelen met hun kind en daarbij het vastpakken te oefenen. |
Alarmsymptoom | Verwaarlozen (in functioneel gebruik) van een hand of arm, op elke leeftijd (Touwen, 1990); |
Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.