De filmpjes kunnen gebruikt worden om de ouders te betrekken bij het onderzoek en dienen voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.
Het gaat hier om de bewegingen die vanzelf gebeuren en waar je kind geen controle over heeft. Zorg ervoor dat je kind regelmatig op een vlak oppervlak rust, waar het lekker kan bewegen. Probeer je kind niet te lang in een hangmat, draagzak of autostoel (zoals een Maxi-Cosi) te laten liggen. Kijk eens of je kind zowel met de rechter- als linkerkant ongeveer dezelfde soort bewegingen maakt. We letten erop of beide armen goed en gelijkmatig bewegen, en of je kind een voorkeur ontwikkelt voor één kant. Het zou het beste zijn als er géén duidelijke voorkeur is voor de leeftijd van 15 maanden. Als dat wel zo is, dan raden we aan om de andere kant ook te stimuleren. Naarmate je kind ouder wordt, zul je meer verschillende soorten bewegingen zien. Deze bewegingen worden niet alleen gevarieerder, maar ook meer doelgericht.
4 weken
8 weken
13 weken
26 weken
39 weken
1 jaar
Instructies voor professionals | |
Achtergronden | |
Ontwikkelingsveld | Grove motoriek. |
Neurologisch aspect | Symmetrie in houding en beweging. In rust zijn de extremiteiten op de leeftijd van 4 weken overwegend gebogen. De voor die leeftijd karakteristieke onwillekeurige motoriek bestaat uit alternerende buig en strekbewegingen van armen en benen, die deel uitmaken van de gegeneraliseerde bewegingen (GM’s). Samengevat zien de bewegingspatronen van de extremiteiten ten opzichte van de romp in het eerste levenshalfjaar er als volgt uit: 0 - 3 maanden: adductie / flexie 3 - 4 maanden: abductie / flexie 4 - 5 maanden: abductie / extensie van de armen 5 - 6 maanden: abductie / extensie van de benen (zie voor meer informatie hoofdstuk 3). De houdings- en bewegingspatronen staan de eerste drie tot vier maanden grotendeels onder invloed van de asymmetrisch tonische nek reflex (ATNR) (zie hoofdstuk 3). De ATNR verdwijnt tussen de leeftijd van 6 en 9 maanden. Bij onderzoek naar symmetrie in houding en beweging is het dus van belang om het kind in een uitgangspositie te observeren, waarin de ATNR niet optreedt: in rugligging met het hoofd in de middenstand. |
Onderzoekleeftijd | Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
Aanbevolen leeftijd | 4, 8, 13, 26, 39 en 52 weken. |
3-6 weken | Rechts: 99,9% Links: 99,9 % |
Asymmetrie is op elk moment (in de zuigelingenleeftijd) alarmerend. Vandaar dat dit kenmerk op alle aanbevolen leeftijden in de zuigelingenperiode moeten worden onderzocht. | |
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc. | |
Onderzoekmethode | |
Uitgangspositie kind | Het kind ligt bloot op de onderzoektafel. Het wordt zowel in rugligging als in buikligging geobserveerd. Het hoofd is in de middenstand om asymmetrie ten gevolge van de ATNR te voorkomen. De uitgangspositie liggend op de onderzoekstafel lukt niet altijd meer bij een kind van 12 maanden. |
Uitvoering onderzoek | Zo nodig brengt de onderzoeker het hoofd van het kind in de middenstand. Vanaf de leeftijd van 3 maanden moet het kind spontaan deze houding kunnen aannemen. |
Observatie | De onderzoeker observeert de bewegingen van de ledematen en let op de volgende karakteristieken: kwantiteit van de bewegingen, zowel links als rechts en kwaliteit (uitslag, snelheid, complexiteit, variatie en soepelheid/elegantie) van de bewegingen, zowel links als rechts.Ook in zit en tijdens tijgeren of kruipen kan de symmetrie van de bewegingen van de extremiteiten beoordeeld worden. |
Beoordeling | |
Positief | Armen en benen worden rechts en links evenveel bewogen, met dezelfde kwaliteit. |
Negatief |
|
Registratie | + Bij symmetrisch bewegingspatroon in kwantitatief en kwalitatief opzicht. – Bij asymmetrie wordt de kant die minder of afwijkend beweegt als negatief genoteerd. Bij bewegingsarmoede of stereotypieën kan dit ook beiderzijds het geval zijn. – Bij negatieve respons. Onder ‘opmerkingen’ de afwijking registreren, bijvoorbeeld: “Hoofd niet spontaan in middenstand” (vanaf de leeftijd van 3 maanden). |
Discipline | JV, VS en JA mogen dit kenmerk uitvoeren. |
Informatie over overleg / consultatie | Indien de JV het kenmerk uitvoert volgt op een negatieve score altijd overleg met VS/JA. Bij alarmsymptoom op korte termijn consultatie van de VS/JA. |
Alarmsymptoom |
|
Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.