Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.
Belangrijk voor het kijken naar taalbegrip is dat je geen gebaar maakt bij een zin, zoals bewegen met je vinger bij “niet doen”. Hierna gaat je kind ook fantasieopdrachtjes begrijpen, zoals “leg je pop maar in bed” of “geef je beer maar een hapje”.
Instructies voor professionals | |
Achtergronden | |
Ontwikkelingsveld | Communicatie (passieve taalontwikkeling), persoonlijkheid en sociaal gedrag. |
Psychologisch aspect | Taalbegrip is een voorwaarde voor taalproductie. Op deze leeftijd kan een kind zeer eenvoudige taal begrijpen en daarop met adequaat gedrag reageren (meer dan aanwijzen of alleen kijken in de richting van het voorwerp of persoon zoals bij kenmerk 35). |
Onderzoekleeftijd | Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
61-64 weken | 98,5 % |
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc | |
Onderzoekmethode | |
Uitgangspositie kind | Niet bepaald. |
Uitvoering onderzoek | De onderzoeker spreekt een korte zin die past in de context van het consult, bijvoorbeeld: “Pak de bal”, of “Geef je pop eens aan mama”. |
Observatie | De onderzoeker observeert tijdens het consult of aan het gedrag van het kind te merken is, dat hij enkele woorden begrijpt, waarbij de onderzoeker het gesprokene niet mag ondersteunen met suggestieve gebaren. |
Anamnese | Indien het gedrag tijdens het consult niet kan worden uitgelokt, vraagt de onderzoeker aan de ouder: “Hebt u de indruk als u met … praat dat hij enkele zinnen begrijpt?”. Zo ja: “Kunt u dan enkele voorbeelden noemen waaruit dat blijkt?”. De onderzoeker gaat na of de ouder in genoemde voorbeelden geen gebaren maakt of handelingen uitvoert, waaruit het kind kan opmaken wat de bedoeling is.
Voorbeelden: Het gebruik van kindertaal is toegestaan (bijvoorbeeld “haphap” voor eten), mits uit de reactie van het kind blijkt dat het begrijpt waarover het gaat. |
Beoordeling | Bij de interpretatie van de respons moet de onderzoeker rekening houden met de kwantiteit en kwaliteit van het taalaanbod. Wanneer een kind niet of zelden reageert op een mondeling verzoek kan er ook sprake zijn andere problemen zoals: een gehoorprobleem, een probleem in het taalbegrip, een probleem op het cognitieve vlak, een probleem in het autistisch spectrum of een probleem in de ouder-kind interactie c.q. hechting. Zo zullen onveilig gehechte kinderen minder behoefte hebben aan het maken van contact en het exploreren van de omgeving. |
Positief | Het kind toont door zijn reactie begrip van tot hem gesproken zinnen. |
Negatief |
|
Registratie | + Bij geobserveerde positieve respons. M Bij anamnestisch positieve respons. – Bij negatieve respons. |
Discipline | Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren. |
Informatie over overleg / consultatie | Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden. Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden. |
Advies | Adviseer ouders om de communicatieve ontwikkeling te stimuleren en ga daarbij in op het stimuleren van de taalontwikkeling (taalaanbod, spreektempo, beurtgedrag). |
Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.