Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.
De geluidjes die je kind maakt klinken steeds meer als een melodie. Het lijkt wel alsof je kind hele verhalen vertelt, maar je begrijpt er niets van. Je zal merken dat je er steeds meer van begrijpt, zoals “ba” voor bal of “hmm” voor eten. De volgende stap is het begin van taalproductie. Deze korte woorden noemen we geluidswoorden, zoals ook “boe” voor koe, “wafwaf” voor hond, “tiktak” voor klok, “da” bij het dag zwaaien en “boem” als iets valt. Je kind blijft naast het gebruiken van geluidswoorden ook brabbelen. Praat en speel vooral met je kind. Kijk samen naar boekjes. Benoem wat je doet, wat je ziet. Zorg dat je kind ook aandacht heeft voor wat jij benoemt.
Instructies voor professionals | |
Achtergronden | |
Ontwikkelingsveld | Communicatie (actieve taalontwikkeling). |
Neurologisch aspect | Ontwikkeling van de spraakmotoriek. Auditieve feedback en het auditief discriminatievermogen zijn van groot belang bij de ontwikkeling van het brabbelen. |
Psychologisch aspect | Op deze leeftijd oefent het kind de verworven gevarieerde brabbelgeluiden en begeleidt hiermee zijn handelingen en spel. De brabbelgeluiden krijgen meer intonatie en worden daardoor melodieuzer. Het kind ‘oefent’ tijdens het brabbelen verschillende aspecten van de gesproken taal, het sociale brabbelen. |
Onderzoekleeftijd | Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
47-52 weken | 99,6 % |
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc. | |
Onderzoekmethode | |
Uitgangspositie kind | Niet bepaald. |
Uitvoering onderzoek | Geen bepaalde handeling. |
Observatie | De onderzoeker observeert tijdens het consult of het kind bij het spelen verschillende (onbegrijpelijke) reeksen geluidjes maakt met stembuigingen en pauzes. |
Anamnese | Indien het gedrag niet op het consultatiebureau kan worden waargenomen, vraagt de onderzoeker aan de ouder: “Houdt …. hele ‘verhalen’ met verschillende soorten geluiden, bijvoorbeeld tijdens spelen of in zijn bed?”. |
Beoordeling | |
Positief | Het kind maakt met tussenpozen melodieuze, niet monotone geluidjes (brabbelen) bij het spelen en brengt variatie in de geluiden aan. |
Negatief |
|
Registratie | + Bij geobserveerde positieve respons. M Bij anamnestisch positieve respons. – Bij negatieve respons. |
Discipline | Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren. |
Informatie over overleg / consultatie | Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden. Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden. Bij alarmsymptoom op korte termijn consultatie van de VS/JA. |
Advies | Adviseer ouders om de communicatieve ontwikkeling te stimuleren en ga daarbij in op het tegen hun kind te praten en het spelen van hun kind |
Alarmsymptoom | Ernstig gehoorgestoorde kinderen brabbelen wel, maar doen dan monotoon, vaak ook met een lage stem. Niet of monotoon brabbelen in een hoog register is een signaal voor ASS op deze leeftijd. |
Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.