Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.
De meeste kinderen beginnen met het stapelen van blokjes en daarna met het maken van een rij. Om een vrachtwagen te bouwen, moet je kind beide richtingen combineren. Het bouwen is een uitdaging waarbij je kind moet willen meewerken en goed moet opletten om de vrachtwagen zonder voorbeeld na te kunnen maken. Dit vereist concentratie en een goed geheugen. Je kind gaat steeds meer verschillende figuren bouwen. Dit helpt om beter te begrijpen hoe dingen in de ruimte passen. Ook kan je kind zijn fantasie gebruiken, en als je je fantasie gebruikt, wordt je wereld groter. Het leert je kind creatief te zijn, manieren te vinden om dingen op te lossen en om te gaan met gevoelens. Je kind oefent zijn hersenen om flexibel te zijn.
Instructies voor professionals | |
Achtergronden | |
Ontwikkelingsveld | Fijne motoriek, adaptatie, persoonlijkheid en sociaal gedrag. |
Neurologisch aspect | De coördinatie van schouder, arm, hand en vingerbewegingen is zo ver ontwikkeld, dat bij het reiken naar een voorwerp jukbewegingen in de schouders niet meer voortdurend aanwezig mogen zijn. Jukbewegingen zijn achterwaartse bewegingen van de contralaterale schouder bij het naar voren bewegen van de ipsilaterale schouder en arm om iets te grijpen of naar iets te reiken. De schouders lijken als het ware met een juk aan elkaar vast te zitten en bewegen niet onafhankelijk van elkaar. Voor het beoordelen van de schouderbewegingen is het nodig dat het kind moet reiken, dat wil zeggen de arm actief strekken en de schouder naar voren bewegen om het blokje te kunnen aanraken. |
Psychologisch aspect | Na het bouwen in verticale richting (toren) gaat het kind de blokjes op een rij leggen (horizontale richting). De daarop volgende fase is de combinatie van horizontaal en verticaal. Het nabouwen van een dergelijke structuur vereist een zekere mate van cognitieve ontwikkeling. Bovendien worden bij de uitvoering van de handeling van het kind coöperatie, concentratie en prestatiegerichtheid verlangd. |
Onderzoekleeftijd | Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
35 maanden | Gem. 83,4 % Jongens: 80,2 % Meisjes: 87,4 % |
36 maanden | Gem. 84,9 % |
37 maanden | Gem. 86,4 % Jongens: 83,6 % Meisjes: 89,2 % |
38 maanden | Gem. 90,2 % Jongens: 87,7 % Meisjes 92,9 % |
Onderzoekmethode | |
Uitgangspositie kind | Het kind zit dichtbij en recht voor de tafel, al dan niet bij de ouder op schoot, zodanig dat het de voorwerpen op tafel gemakkelijk kan hanteren. De tafel moet zodanig opgeruimd zijn dat het kind niet wordt afgeleid. |
Uitvoering onderzoek | De onderzoeker legt vijf blokjes op tafel. Alvorens zelf de vrachtauto voor te doen, maakt hij de opdracht eerst duidelijk aan het kind door te zeggen: “Ik ga een vrachtauto bouwen en jij kijkt hoe ik het doe. Daarna bouw jij een vrachtauto en kijk ik hoe jij het doet.” Of “ik ga een vrachtauto bouwen en daarna ga ik kijken of jij precies zo’n vrachtauto kan bouwen”. De onderzoeker maakt een ‘vrachtauto’ volgens het voorbeeld in de figuur. Hij legt duidelijk uit en laat het kind goed zien hoe hij de vrachtauto maakt: “Kijk, ik maak een vrachtauto, allemaal blokjes op een rij en één er boven op”. Hij haalt vervolgens het voorbeeld weg, legt de blokjes middenvoor op een zodanige afstand dat het kind ernaar moet reiken en zegt tegen het kind: ”Nu jij, probeer maar net zo’n vrachtauto te bouwen”. Als dit niet lukt, mag de instructie met voorbeeld één maal worden herhaald. |
Observatie | De onderzoeker observeert of er tijdens het reiken naar de blokjes jukbewegingen optreden en vervolgens of het kind de vrachtauto nabouwt. |
Beoordeling | |
Positief | Het kind bouwt de vrachtauto na volgens voorbeeld. |
Negatief | Het kind voert de opdracht niet of onjuist uit. |
Registratie | + Bij positieve respons. – Bij negatieve respons. Indien jukbewegingen voorkomen, moet dit onder ‘opmerkingen’ worden geregistreerd. Noteer bij opmerkingen of het kind ervaring heeft met het spelen met blokjes en/of waarom het kind de opdracht niet wilt uitvoeren. |
Discipline | Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren. |
Informatie over overleg / consultatie |
Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden. Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden. Bij alarmsymptoom op korte termijn consultatie van de VS/JA. |
Advies | Adviseer ouders over het spelen met hun kind en daarbij het bouwen te stimuleren. |
Alarmsymptoom | Het verwaarlozen (in functioneel gebruik) van een arm of een hand (asymmetrie in uitvoering), op elke leeftijd (Touwen, 1990). Trillerige handmotoriek na het eerste levensjaar (Touwen, 1992). |
Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.