Uitvoering | |
Uitgangspositie kind | Het kind zit recht voor de tafel zodanig dat hij de voorwerpen op tafel gemakkelijk kan hanteren en goed gesteund kan zitten (liefst met heupen, knieën en enkels in 90-graden). Zo nodig kan hiervoor een voetensteuntje gebruikt worden. Tafelhoogte liefst dusdanig dat de armen gesteund zijn en de schouders ontspannen. De tafel moet zodanig opgeruimd zijn dat het kind niet wordt afgeleid. |
Uitvoering onderzoek | De onderzoeker legt voor het kind het werkvel en een potlood op tafel. De onderzoeker wijst de vier figuren op het werkvel aan en laat het kind deze figuren op hetzelfde papier met potlood natekenen. De onderzoeker noch de ouder mag het vel papier vasthouden. Zo nodig kan de onderzoeker het kind erop wijzen, dat het misschien beter zal gaan als het vel wordt vastgehouden met de andere hand. |
Opdracht | “Kun jij deze figuren natekenen? Teken ze maar even groot als het voorbeeld.” |
Observatie | De figuren moeten voldoen aan de volgende criteria:
Het is toegestaan dat:
|
Beoordeling en registratie | |
Kwantitatief | score 0: 2 of minder figuren goed score 1: 3 of 4 figuren goed |